zaterdag 22 augustus 2009

Italia, ti amo

Op Zaterdag 1 Augustus stapten Arthur en ik in de City Night Line. Onze reis naar Italië was begonnen! De komende drie weken zouden we geen voet meer op Nederlandse bodem zetten, alleen maar Italiaans om ons heen horen en samen in een tentje slapen.

De City Night Line bracht ons tot Milano Centrale, waar we zondagochtend het eerste Italiaans te horen kregen. Maar dat was nog niet onze plaats van bestemming. Een uur later stapten we alweer in de trein, op weg naar Aosta. Daar zouden we van het treinstation opgehaald worden door Arthur's familie. Onze 'heenreis' heeft in totaal (inclusief een uur wachten op Chivasso) 17 uur geduurd, dus eenmaal daar konden we niet wachten om in het zwembad te springen, wat te drinken en vooral: andere kleren aan te doen!

Aosta
Voordat we op vakantie gingen hadden Arthur en ik al een belangrijke investering moeten doen, bergschoenen! Peter en Monique (Arthur's vader en stiefmoeder) wilden namelijk ook gaan bergwandelen in de buurt van Aosta.

Aosta ligt vlakbij de Gran Paradiso, en het eerste plan was een huttentocht te doen om de Gran paradiso heen (8 dagen!). Maar na informeren - nog in Nederland - bleek die tocht te lastig voor beginners zoals ik en kinderen (Lisa en Frank), dus ging er een dikke streep door het plan.

De berghutten waren echter niet helemaal van het programma geschrapt: we hebben een tocht van 2 dagen gemaakt, één nacht slapen in een berghut, vanuit Valnontey naar Eau Rousse (over Col du Loson) Gelopen langs afgronden, gedronken uit bergwatervallen, steenbokken gezien en geslapen in een berghut. Ik mag nu wel zeggen dat ik een échte bergtocht gemaakt heb dus! En het smaakt naar meer. Ik heb niet zo'n behoefte aan lángere tochten - toen we eenmaal aankwamen in Eau Rousse was ik dood en doodmoe en had ik zeer veel behoefte aan vlak land zonder lastige paden - maar het was zeker niet de laatste keer dat ik in de bergen gespot ben. Dat uitzicht, fantastisch! De bergen, als herinnering aan hoe klein en nietig we eigenlijk zijn. Wauw, om stil van te worden.

Maar Aosta was niet het enige van Italië waar we geweest zijn... Na ongeveer 10 dagen - ook nog een paar met Arthur's oom en tante - gingen we verkassen. Dat betekende een hele operatie: Peter, Monique, Frank en Lisa in een voller dan vol gepropte auto en Arthur&ik weer met de trein. De trein naar Brescia, want onze volgende stop was: lago d'Iseo!

Iseo
Na het geklim en geklauter was het tijd voor uitrusten, het was tijd voor zwemmen. Tijd voor een Italiaans meer. En omdat Peter en Monique nog nooit bij het Iseo meer waren geweest, besloten we daarheen te gaan.

Na even zoeken de ideale plek gevonden: onze tenten stonden letterlijk áán het Iseo meer. Zo 'áán het meer' dat er 's ochtends - als het best wel waaide - sporadisch spetters op onze tent kwamen. Dat was dus wel even wennen. Na een - redelijk primitieve - camping in de bergen met voornamelijk Italianen, belandde we op een Nederlandse camping aan de rand van het Iseo meer met een overvloed aan Nederlanders.

Iseo, een dorpje met heerlijke ijscoupes, mooie straten en uitzicht over het meer. Het meer waar we een paar dagen later met een gehuurde motorboot op zijn gegaan, met een band erachter. Met volle vaart over de golven stuiteren met zo'n band, om uiteindelijk eraf te vliegen en met een plons in het water te belanden. Volgende dag: spierpijn van het vasthouden - en van de slappe lach.

Venetië
Ook op onze tweede camping hebben we niet stilgezeten. Met Venetië 'om de hoek' hadden we een buitenkansje die we moeilijk konden laten gaan: met z'n vieren achterin de auto gepropt reden we er op een ochtend heen. Om het grootste museum ter wereld te zien: een hele stad, honderden jaren oud. Zinkend en wel. Gondels, bruggen, ijsjes, tassenhandelaren, steegjes, een eindeloze stroom toeristen en om elke hoek weer een kerk.


In slechts een paar uur raceten we erdoorheen, flitsen achterlatend in mijn geheugen. Beelden van prachtige gebouwen, aanzichten, doorkijkjes... En tot slot een prachtige zonsondergang.

I'll be back!

Uiteindelijk - na drie weken de Italiaanse droom te hebben geleefd - was het weer tijd om op de trein te stappen en terug te keren naar huis. Na uren te hebben moeten wachten met z'n tweeën op Milano Centrale kregen we nog één cadeautje in onze schoot geworpen: onze slaapstoelen waren slaapbedden geworden! Ik heb de terugweg in één ruk door geslapen en we waren zo terug in Nederland. Het platteland. Nederlands. Opeens was alles weer gewoon.

Ik heb het drie weken ongelooflijk heerlijk gehad. Die drie weken hoorde ik echt bij mijn schoonfamilie, ik voelde me thuis.

Italia, ti amo.

Foto's: zie hier.